31 januari 2010

Schaapjes

Als schaapjes langs de hemel gaan, dan komt er storm of regen aan.
Vandaag was dat gelukkig niet het geval. Wel begon de dag met sneeuwruimen, maar het bleef een zonnige dag, dus maar een flink gewandeld op Hoog Buurlo en de nieuwe kooi bewonderd.
Blije wandelaars en kinderen op sleetjes, vrolijke lammetjes, af en toe een langlaufer, waar was de koek en zopie?

30 januari 2010

Geluk 3

Ik ontwaakte door de stilte.
"Alweer sneeuw?", dacht ik en ik werd bijna droevig van het vooruitzicht op het vele werk dat dit weer met zich mee zou brengen: het erf sneeuwvrij maken, brandhout aanvullen, het water voor de kippen ontdooien, het dak van het houthok ontlasten van het sneeuwgewicht, ploeteren door het bos met de hond.
Toen ik alles had gedaan en met een natte rug zat uit te blazen in de paardenstal, dacht ik aan de zin “Er is een wet dat je gelukkig moet zijn”, geschreven door Heinrich Böll, in zijn verhaal: “Mijn bedroefde gezicht”.
Ik werd er meteen vrolijk van en als beloning brak de zon door waardoor ik lekker opwarmde: "Het geluk kan niet op!"

29 januari 2010

Afstand

In Utrecht een geweldige kringloopwinkel bezocht aan de Verlengde Hoogravenseweg, een verrassing!
Van Apeldoorn naar Utrecht is volgens de routeplanner 67 kilometer en je zou er 50 minuten over rijden via de snelweg. In verband met de sneeuwval duurde de rit beduidend langer en ook klopte de afstand niet.
Ik vroeg mij dan ook af waar begint zo'n meting en waar eindigt hij? Helemaal duidelijk is dat niet. In Frankrijk is hierover wel nagedacht.
Het nulpunt, oftewel le Point Zéro is een kleine bronzen tegel op het plein vóór de Notre-Dame in Parijs. Vanaf hier zijn de afstanden naar alle plaatsen gemeten. De afstanden tussen plaatsen onderling worden gemeten tussen de “Mairies” of de “Hôtels de Ville”.

28 januari 2010

Kootwijker sneeuw

Op het Kootwijkerzand was de windchill minus tien graden en m'n oren vielen er bijna af. Tanna mocht een dagje mee en genoot ervan en ik, op mijn beurt, van haar capriolen. Tijdens haar uitsloverige gedrag klonk John Adams in mijn hoofd.

26 januari 2010

Arminius

Het is inmiddels ruim 2 jaar geleden dat mijn boek Geloven in een God die niet bestaat uitkwam. Van de procedure in het kader van Ordinantie 10, artikel 14, is de 1e stap (het horen van de kerkenraad) nu achter de rug. Er liggen er nog 5 in het verschiet alvorens (6) De classicale vergadering spreekt (…) uit of zij van oordeel is dat de predikant zich niet meer beweegt in de weg van het belijden van de kerk en daarmee de fundamenten van de kerk aantast.
Dan (7) komt de zaak bij de synode terecht: Is de classicale vergadering van oordeel dat deze vraag bevestigend beantwoord moet worden, dan brengt zij dit oordeel met redenen omkleed ter kennis van de betreffende predikant en de kerkenraad en van de generale synode.
Bij ongewijzigd beleid en tempo zal de procedure ergens tussen stap 2 en 6 stilletjes eindigen op 1 september 2012, de datum waarop ik met pensioen mag.
Ik ben niet van plan daar aan mee te werken. Ik voel er niets voor om de resterende jaren van mijn predikanten-bestaan verwikkeld te zijn in een procedure waarvan de uitkomst bij voorbaat vaststaat: het vermoeden “dat deze predikant zich niet meer beweegt in de weg van het belijden van de kerk en daarmee de fundamenten van de kerk aantast”, zal niet worden weggenomen.
Dat zou ik ook niet willen. Als letterlijke teksten uit mijn boek worden gemeten aan de letterlijke tekst van de Kerkorde, dan mag ik toch hopen dat de conclusie is dat ik mij niet beweeg in het Belijden van de kerk. Want daarin kan ik mij als vrijzinnige gelovige en voorganger alleen bewegen als ik dat belijden op een vrijzinnige, dus niet-letterlijke, manier mag interpreteren.
Daaronder versta ik bijvoorbeeld dat artikel 1 wel kan zeggen: “Betrokken in Gods toewending tot de wereld, belijdt de kerk (…) de drie-enige God, Vader, Zoon en Heilige Geest”, maar dat ik me vrij voel om deze zogenaamde ‘drie-eenheid’ te beschouwen als een tijdgebonden kerkelijke constructie, die zich niet verdraagt met de joodse wortels van de christelijke traditie, en die betere ‘heidense’ (lees: Egyptische) dan bijbelse papieren heeft. En om de impliciete suggestie dat Jezus God is, af te wijzen als te massief en te annexerend; voor mij was hij in de eerste plaats en voluit mens. En om onder ‘Gods toewending’ iets anders te verstaan dan dat het goddelijk licht alleen in de christenheid schijnt en de rest van de mensheid in duisternis dwaalt.
In die geest heb ik in 1984 de ambtsbelofte afgelegd en sindsdien gehandeld.
Op classicale toenaderingen in het kader van de procedure zal ik om twee redenen niet meer reageren.
1. De conclusie dat ik mij “niet meer” in het belijden beweeg, kan door de classis Zierikzee niet zindelijk worden getrokken. Het is de visitatoren -en dus de classis- van hun periodieke rondjes langs de gemeenten en uit mijn publicaties genoegzaam bekend dat ik al 25 jaar in woord en geschrift opvattingen verkondig die niet afwijken van wat er in mijn boek staat.
Met instemming citeer ik de woorden van classisvoorzitter Bos, uitgesproken tijdens de vergadering van de classis Zierikzee op 16 april 2009: “Dominee Hendrikse heeft hier 25 jaar gewerkt. Niet één collega, niet één kerkenraad heeft in die tijd opgeroepen daar iets tegen te doen.’’ En de reactie van collega Van Kooten uit Scherpenisse: “Misschien hebben wij 25 jaar zitten slapen’’.
De stappen 2-6 zullen dan ook niets toevoegen aan wat al bekend was. Daarom kunnen ze wel worden overgeslagen, en is het woord nu aan jullie.
2. Wat mij betreft -en dat was ook de inzet van mijn Zierikzeese kerkenraad - is niet de vraag aan de orde of mijn opvattingen de fundamenten van de kerk aantasten, maar of die fundamenten niet zodanig bijgesteld zouden moeten worden dat verschillende, elkaar tegensprekende opvattingen in de PKN vrijuit verkondigd kunnen worden.
Dat is niet een zaak van de classis, maar van de synode.
Spreek je maar uit.
Als ik eerst maar even mag zeggen dat ik niet aan deze brief begonnen ben omdat ik zo graag uit mijn ambt gezet wil worden, maar omdat ik me zorgen maak over de PKN.
Je kunt besluiten om me de kerk uit te zetten. Als dat gebeurt omdat ik me anno 2010 als gelovige en als voorganger niet conformeer aan verouderde belijdenissen, dan vertrek ik zonder tegenzin. In zo’n kerk wíl ik niet eens passen.
Je kunt het ook niet doen. Dan erken je impliciet dat de fundamenten aan herziening toe zijn. En ik hoop dat daar dan ook naar gehandeld wordt. Daar zou je niet alleen mij een groot genoegen mee doen -want ik wil graag wèl in de PKN passen- maar met mij vele anderen die zich ongemakkelijk voelen in een instituut dat enerzijds beweert pluriform te willen zijn, en anderzijds een kerkorde handhaaft die één manier van geloven voor de juiste houdt.
In veel gemeenten wordt geprobeerd om gestalte te geven aan eigentijdse, ondogmatische manieren van geloven. De kerkorde staat dat formeel niet toe. Met als gevolg halfslachtigheid, of –minder vriendelijk- gedoogde hypocrisie: we geloven verschillend, maar we zeggen hetzelfde. En dat gebeurt dan bij monde van kerkleiders die, gebonden als zij zijn aan Middeleeuwse teksten, niets kunnen zeggen dat zich op een geloofwaardige manier verdraagt met de tijdgeest.
Ik stuur deze brief naar alle leden van de synode.
Van de daadkracht van het Breed Moderamen heb ik geen hoge verwachtingen. Toen mijn boek verscheen, riepen de toenmalige preses Gerrit de Fijter, scriba Bas Plaisier en hun voorlichter om het hardst ‘dat dit niet kan’. Toen er teruggeroepen werd “doe er dan iets aan”, werd het stil: als kerkleiding kunnen wij dat niet, dat moeten de classes doen. Plaisier maakte ten tijde van zijn afscheid met zoveel woorden duidelijk dat de PKN-top dient te zwijgen zolang er een procedure in de lucht hangt: ”Maar in dit geval is het moderamen van de synode met handen en voeten gebonden. (…) Als synode zijn we ook de hoogste rechtsinstantie van de kerk”.
Terwijl dat zelfopgelegde zwijggebod werd gebruikt als alibi om uitnodigingen tot gesprek of debat af te slaan, ging het roepen gewoon door. De Fijter bestond het zelfs om in één en hetzelfde interview te zeggen: “Als je in een zaak mogelijk uitspraak moet doen, kun je moeilijk vooraf in de krant zetten wat je er zelf eigenlijk van vindt”, en: “we moeten voortdurend tegen Hendrikse zeggen: je zit helemaal fout”.
De classes Middelburg en Zierikzee gingen allebei op hun eigen manier aan het werk, maar waren eensgezind in hun verzoek aan de synode om ‘de zaak van het belijdende spreken over God’ op de agenda van de kerk te zetten. Dat was in april 2009. Niets meer van gehoord.
In januari 2009 schreef ik in een open brief aan scriba Arjan Plaisier: “Ik nodig je uit om de geloofsvragen waar mensen in deze tijd mee worstelen op de agenda van de synode te zetten, de vraag naar het bestaan van God inbegrepen. Je zult er veel voorgangers en gelovigen een dienst mee bewijzen”. Hij reageerde met een verwijzing naar een document uit 2005 (door mij eerder de ‘troonrede van de PKN’ genoemd, dat een taal spreekt die wellicht voor de eigen achterban begrijpelijk is, maar op niet-ingewijden zal overkomen als een buitenaards geluid): “Het zal u bekend zijn dat uw vraag om het geloofsgesprek te voeren reeds in ‘Leren leven van de verwondering’ positief wordt beantwoord. Van harte hoop ik dat het geloofsgesprek blijvend gevoerd zal worden”.
Ik hoop het ook, maar vrees dat we ook daar niets meer van zullen horen.
Vooralsnog is nergens uit gebleken dat de PKN-leiding ook maar enige interesse, laat staan betrokkenheid, toont in de richting van mensen die zich steeds minder of niet meer thuis voelen in de kerk. En dat terwijl opeenvolgende onderzoeken laten zien dat wekelijks ongeveer 1000 mensen de PKN de rug toekeren. De vraag hoe dat komt, wordt niet aan de orde gesteld.
Maar als die leegloop niet deze week stopt, zullen ook komende zondag weer velen zich voor de laatste keer afvragen wat zij in deze kerk nog te zoeken hebben.
De kerk barst van de twijfelaars en de kerktop doet alsof er niets aan de hand is. Dat getuigt op zijn best van gemankeerd leiderschap en op zijn slechtst van een a-pastorale houding. Niet alleen naar de achterblijvers, ook naar de weglopers: waarom vertrokken ze, wat schort eraan, en wat kunnen we doen om ervoor te zorgen dat er morgen niet weer mensen vertrekken? Je laat iemand die jarenlang of een leven lang lid is geweest toch niet zomaar weglopen?
Uit diezelfde onderzoeken is zoveel inmiddels wel duidelijk: mensen die afscheid nemen van de kerk, blijven vaak gelovig. Velen noemen zich ‘ietsist’: ze geloven (nog) wel dat er ‘iets is’, maar ze noemen het geen ‘God’ (meer). Het zou zo maar eens kunnen dat dat iets te maken heeft met de manier waarop er in de kerk over God wordt gesproken. Maar er is maar één manier om erachter te komen: vraag het ze, ga het gesprek aan.
Niet alleen twijfelende kerkgangers staan in de kou, ook predikanten. Het IKON-onderzoek uit 2006, waaruit bleek dat 1 op de 6 voorgangers niet gelooft in of twijfelt aan het bestaan van God, hangt nog steeds boven de markt. En met een kans van 1 op 6 dat het ook om jou, synodelid, gaat. En/of om de gemeente die jij vertegenwoordigt.
Me dunkt, zijn er voor een kerk belangrijkere agenda-onderwerpen?
Wat is er nog meer nodig om de stormbal te hijsen?
Tijdens de laatste synodevergadering, in november 2009, is er gesproken over de “evaluatie van de Kerkorde”. De afgevaardigden van de classis Zierikzee schreven voor hun achterban een ‘impressie’: “Het zwaarstwegende agendapunt, onderstreept door vergaderstukken van bij elkaar meer dan 2 kilo, was de evaluatie van de Kerkorde. (…) Op enkele voorstellen na (…) besloot de synode het rapport door te zenden aan het Generale College voor de Kerkorde om de vele suggesties vanuit de basis van de kerk uit te werken. Een verbeterde editie van onze kerkorde is vele stappen dichterbij gekomen”.
Ja, dat zal wel, maar ik heb me laten vertellen dat er bij die 2 kilo nog niet een onsje God zit, en geen gram twijfel.
Het kan nog, jullie komen nog aan het woord.
Van verschillende kanten wordt er al heel lang op aangedrongen om de Kerkorde bij de tijd te brengen, om ernst te maken met de meerstemmigheid die past in een moderne kerk, om de deur naar buiten niet dicht te houden (door bijvoorbeeld te weigeren om de vier eeuwen oude “vijf artikelen tegen de Remonstranten” te schrappen), om onder ogen te zien dat de PKN bij ongewijzigd beleid over een paar decennia geheel is leeggelopen, en dat het dus hoog tijd is om dat beleid te veranderen.
Maar de PKN laadt sterk de verdenking op zich dat zij het gesprek met de buitenwereld en haar eigen gelovigen niet aandurft. Het beeld naar buiten is dat de synode achter dichte deuren vergadert over onderwerpen die voor de meeste gelovigen volstrekt oninteressant zijn, en dat vragen waar PKN-leden mee rondlopen, angstvallig buiten de agenda worden gehouden. Velen denken het, sommigen zeggen het, weinigen trekken het zich aan: de PKN is een verstard, in zichzelf gekeerd instituut dat gedomineerd wordt door een orthodoxe rechtervleugel die leeft bij de belijdenis dat alles moet blijven zoals het was, zodat de synode zich kan beperken tot het passen op de winkel, en het uit de weg gaan van elk gesprek over actuele geloofszaken. En zolang de ‘procedure-Hendrikse’ loopt, hoeven we het niet over God te hebben. Dat laat je je toch niet aanleunen!
Ik hoop dat jullie het aandurven om je eigen twijfels en onzekerheden aan de orde te stellen, te laten zien dat de geloofsvragen van PKN-leden ook jullie vragen zijn, en om daarmee naar buiten te komen. Dan komt er hopelijk een kerk in zicht waarin eenheid en verscheidenheid elkaar niet uitsluiten, waarin zoekers en twijfelaars niet gedoogd worden maar welkom zijn, en waarin iedereen de geloofsuitspraken van anderen (en daarmee die van de kerkorde) van zijn of haar eigen vraagtekens mag voorzien, zonder dat massieve belijdenissen de indruk wekken dat de antwoorden al gegeven zijn. Een kerk waarin mensen worden aangemoedigd om hun eigen geloofsweg te vinden, en waarin je het niet met elkaar eens hoeft te zijn om erbij te horen. Daar wil ik wel bijhoren.
Tenslotte: als de indruk zou zijn ontstaan dat ik me er schriftelijk van af wil maken en niet bereid ben om te praten, dan moet ik dat rechtzetten: ik wil juist graag –maar dan in openheid en niet als ‘beklaagde’ in een procedure- in gesprek: over de inhoud van mijn boek, over wat het heeft teweeggebracht, over de kerkorde, over de koers van de PKN, over zeg het maar.
Met een vriendelijke groet tekent,
Klaas Hendrikse


De dominee laat weer eens van zich horen middels een uitgebreide brief aan de landelijke synode van de Protestantse Kerk in Nederland (PKN). Hij zal wel weer het verwijt krijgen uit te zijn op publiciteit, maar ik vind dat hij een duidelijk een punt heeft. De PKN heeft het moeilijk met haar pluriformiteit, aan de ene kant verlaten vrijzinnigen de kerk omdat zij hem te rechtzinnig vinden en datzelfde geldt voor de rechtzinnigen die de PKN te vrijzinnig vinden.
Ik moest bij zijn brief denken aan Arminius van wie bij zijn dood werd gezegd: "Er leefde in Holland een man die wie hem kenden niet genoeg konden waarderen en die wie hem niet waardeerden, nimmer genoeg hadden gekend".
Tot een gewapende strijd zal de brief van Hendrikse niet uitnodigen. Maar het geeft wel te denken dat de Remonstrantse kerk met de uitgave van haar laatste nummer van het tijdschrift Arminius dit heeft durven doen in een oplage die driemaal hoger is dan haar eigen ledental en nu alweer wordt bijgedrukt.
Het laat zien dat velen ontdekten dat God niet is, maar dat God gebeurt!

25 januari 2010

Amateurgedicht

Vannacht hoorde ik een gedicht, geschreven door een amateur.
Het deed mijn adem stokken.
Doe mij een bundel van deze dichter!

From the new world

De dag erna was alles schoongewassen
en na een week zat er een nieuwe ruit.
De doeken om zijn arm zagen er helder uit,
zijn ogen niet. En ik moest op hem passen.

Hij zat daar in zijn donkergrijze badjas
en Dvorák klonk precies als het geluid
van tien sirenes. Ik heb nauwelijks gehuild,
alleen een scherf bewaard om mee te krassen.

Ik heb die nacht zijn binnenkant gezien
en die was zacht en nat en kaal. Hij vroeg
zijn Heere God of hij daar orgels had.

Hij kreeg Haldol. Toen kon hij niets meer zien.
En ik was vijftien en niet sterk genoeg
om iets te spelen als ik naast hem zat.

24 januari 2010

Whishfull thinking

Rond mijn huis dartelde een konijntje. Het liet zich niet alle dagen zien, kon zelfs een paar weken onzichtbaar zijn, maar dan verscheen het weer en hupte vrolijk over de oprijlaan.
Op zich is een konijn is niets bijzonder. Wel op deze plek, het eerste konijn dat zich hier in dertig jaar vestigde.
Sinds november heeft Nijntje zich niet meer laten zien. Het zal wel ten prooi gevallen zijn aan de vos, maar ik maakte mijzelf wijs dat het voor langere tijd op wintersportvakantie was gegaan.
Vanmorgen in de vers gevallen sneeuw zag ik verheugd zijn sporen. Een paar passen verder hielden deze op aan de voet van een hoge den. Onmiddellijk besefte ik dat dit de sporen van een eekhoorn waren en ik glimlachte om mijzelf omdat zo graag het konijn had willen zien.
Wordt mijn zien steeds meer bepaald door verlangen?

22 januari 2010

Verwildering van Nederland

Minister Eurlings gaat luisteren naar de ledenraadpleging van de ANWB over de kilometerheffing.
Dat er middels een kilometerheffing iets aan het fileprobleem, het asfaltprobleem en de oneerlijke belastingdruk (de provinciale heffingen worden enkel door automobilisten opgebracht) zou worden gedaan sprak mij wel aan.
Eens in de vier jaar geef ik mijn stem aan een volksvertegenwoordiger in de verwachting dat hij waar gaat maken wat hij belooft. In de tussenliggende periode verwacht ik dat hij zijn werk doet en mij daarmee niet lastigvalt. Met andere woorden, hij maakt gebruik van het politieke mandaat.
Het laatste wat ik van mijn vertegenwoordiger verwacht is dat hij naar het volk gaat luisteren, wij zijn Zwitserland niet! Een volksvertegenwoordiger hoort wel naar zijn eigen achterban te luisteren, maar voor een belangrijk deel kent hij deze niet eens, stemmen gebeurt nog altijd in een hokje.
Mijn regering hoort al helemaal niet naar het volk te luisteren, maar uit te voeren wat ze zich heeft voorgenomen en daarmee basta. Als ze al ergens naar moeten luisteren is het naar het parlement!
Maar je hoort steeds meer de geluiden (Geert en Rita) dat de macht bij het volk moet komen te liggen door meer naar het volk te luisteren.
Nu maakt Eurlings een begin met dit enge populisme door ANWB-leden politieke macht te geven. Ik verwacht dat de oren van Camil flink gewassen zullen worden, maar daarmee is de kous nog niet af.
Ik word angstig van deze politieke verwildering omdat het ook raakt aan de basis van onze rechtsstaat of zie ik dat verkeerd?

21 januari 2010

De teentjes van yoga


Ik heb nogal wat reacties op mijn blog van gisteren gekregen.
Uit deze reacties maak ik op dat yoga-supporters nogal last hebben van lange tenen.
Ik zal er geen gewoonte van maken om op reacties te reageren, want daarvoor schrijf ik deze blog niet, maar ik maak nu een uitzondering.
De tekst van gisteren is werkelijk tijdens een yogales door een Chinese yogaleraar uitgesproken. Niets heb ik zelf toegevoegd of veranderd.
Ik denk ook niet dat deze tekst veel zal afwijken van het taalgebruik dat in vele yogapraktijkruimten wordt gebezigd; lees de sites waar de yoga.startpagina naar verwijst.
Dat ik deze tekst in dit blog heb gebruikt is enkel omdat ik mij blijf verbazen over de veelzijdigheid van taal.
Niets meer en niets minder.
Bij aanhoudende gevoelige tenen beveel ik de YogaToes aan, in combinatie met de MiniMessagers.
Kost wat, maar dan heb je ook wat

20 januari 2010

Yoga, daar zakt je broek van af!

Ga zitten op een manier die voor jou prettig is; de hele of de halve kleermaker. Adem diep in en laat je buik bollen. Adem rustig uit. Voel die kosmische energie binnenstromen. Maak je ogen zacht en put up your inner smile. Probeer jezelf nu als het ware aan je kruin omhoog te trekken. Maak lange oren, doe alsof je elfenoortjes hebt. Adem in, armen omhoog. En maak nu het hartgeluid: hooooooooooo. Laat de hemelse chi binnenstromen. Adem weer in, armen omhoog. En maak nu het chi-geluid: chiiiiiiiiii. Haal zuivere kosmische energie binnen. Boeren, gapen en tranen mag, dat is allemaal afvallige energie. Doe nu de schattige zucht en een korte brush.
Strek nu je benen en kom met je handen naar je voeten. Masseer je borrelende bron. Nu gaan we stretchen. Voel die spanning in die onderrug. Glimlach in de obstructies. Voel de verbinding tussen je perineum en je kruin. Kom weer even recht en schud met je achterste zitbotjes. Schud nu met je voorste zitbotjes.
Doe je kin naar voren en doe de kraanvogel. Maak een mooie sierlijke beweging. Nu zit je nog in je yin, en straks gaan we naar de yang. Ga nu op handen en voeten en doe als een hond. Kwispel met je staart, schud je bekken. Daar komt die kat weer aan, die ziet die hond helemaal niet zitten: je maakt een hoge rug. Kom even tot rust. Masseer je zitbotjes; bamboo waving in the wind. Voel alle energie door al die kleine kanaaltjes lopen. Inner feeling, inner seeing, inner hearing.
Je mag nu gaan liggen. Glij binnen in je dantien, drie vingers onder de navel. Adem in die dantien. Zorg voor een mooie pulserende ademhaling. Je ziet gouden bergbeekjes, flonkerende kristallen en mooie bloemenvelden. Alles is zonovergoten. Zoek de solar plexus, het zonnetje in jezelf.
Ga nu rechtop zitten. We sluiten af met de hartgroet. Denk aan het goddelijke wezen dat je bent en dank je voorouders. Dank ook je medecursisten. Maak een vuist van je rechterhand en breng die tegen je linkerhand. Bij drie doe je je ogen open en groet je je medecursisten!

19 januari 2010

Kate McGarrigle


Dagelijks hoor ik berichten over het overlijden van die acteur, of deze zanger.
Kate McGarrigle's dood behoorde niet tot het grote nieuws, maar trof mij des te meer.

20.000

Het refrein van het boek Prediker wordt gevormd door de woorden 'ijdelheid der ijdelheden, alles is ijdelheid' (cf. Pr 1,2; 12,8). Het gebruik van dit woord 'ijdel' is een poging om het Hebreeuwse 'hevel' te vertalen. Het woord 'hevel' komt maar weinig voor in de Hebreeuwse Bijbel: ongeveer zeventig maal, waarvan achtendertig keer in Prediker. Letterlijk betekent het 'damp' of 'wind' (cf. Js 57,13). Prediker gebruikt het woord om aan te duiden dat de wereld onzinnig in elkaar steekt: de wereld tart alle redelijkheid. De wijsheid slaagt er niet in om de wereld inzichtelijk te maken: hoe meer inzicht een mens nastreeft, hoe meer hij er van overtuigd raakt dat de wereld absurd is. Toch zijn er bepaalde ervaringen die wel zinvol kunnen zijn. In liefde, werk en intellect kan de mens voldoening vinden, zodat zijn bestaan niet volledig zinloos is.
Ook in een blog kan de mens voldoening vinden, ik in elk geval wel. Inmiddels heb ik 20.000 hits op deze site en dat ik mij daardoor gestreeld voel doet mij onmiddellijk denken aan mijn eigen ijdelheid.
Oppassen dus!Overigens, als ik naar de waarde van 20.000-biljetten kijk dan stelt het dus niets voor!

16 januari 2010

NEWS

Het etymologisch woordenboek kan het woord nieuws niet verklaren, wel het woord nieuw.

nieuw bw. 'pas ontstaan, gegroeid of gemaakt'
categorie: erfwoord
Onl. niuwi in calf nuuui 'een nieuw kalf' [10e eeuw; W.Ps.], allerslahta ouaz niwa ande ald 'allerlei fruit, nieuw en oud' [ca. 1100; Will.]; mnl. nie, nieu 'nieuw', niwe, nuwe 'nieuwe' in te sinen nuwen werke 'ten behoeve van de nieuwbouw' [1200; CG II], niwe peneghe 'nieuwe munten' [1240-60; CG I], de nieuwe brigghe [1297; CG I].
Ontwikkeld uit Proto-Germaans *neuja-. In de nominatief werd door a-umlaut pgm. *-eu- > *-eo- > West-Germaans *-io- > mnl. -ie-, maar in de verbogen vormen werd pgm. *-eu- > *-iu- > mnl. -u-, meestal met een overgangsklank, dus -uw-. Door analogiewerking werd de klinker in dit woord meestal weer gelijkgetrokken, maar het resultaat was in het Middelnederlands niet overal hetzelfde. Nieuw werd later standaardtaal, maar gewestelijk komen nog diverse nevenvormen voor, zoals nie, nij en nuw, nuwe, nouwe enz.
Os. niuwi (mnd. nīe, ney(e), nüwe); ohd. niuwi (nhd. neu); ofri. nī, nīe; oe. nīwe, nīowe, nēowe (ne. new); on. nýr (nzw. ny); got. niujis; alle 'nieuw', < pgm. *neuja-.
Verwant met: Sanskrit návya-; Litouws naũjas; alle 'nieuw, jong' < pie. *neuio- (IEW 769), uit de locatief van *neuo- 'id.' en dan ook verwant met: Latijn novus (Frans nouveau); Grieks néos (zie ook neo-); Sanskrit náva-; Avestisch nauua- (Perzisch naw); Oudlitouws navas; Oudkerkslavisch novŭ (Russisch nóvyj); Oudiers nūe; Tochaars A/B ñu/ñuwe; Hittitisch newa-. Mogelijk is er verband met nu, nou < pie. *nu, maar de precieze relatie is onzeker.
Fries: nij

Het lijkt logisch dat er een relatie is tussen de woorden nieuw en nieuws, echter dat is niet juist.
In Engeland was er ooit het gebruik dat belangrijke meldingen aangeplakt of geprikt werden op zuilen. Wellicht gebeurde dit eerder op bomen.
Hierbij ging men zo te werk dat de meldingen uit het noorden aan de noordkant van de zuil werden aangebracht, de meldingen uit het oosten aan de oostkant en de meldingen uit het westen aan de westkant en logischerwijs kwamen de berichten uit het zuiden ook aan die kant van de zuil.
North + east + west + south = NEWS; daarom kreeg de zuil al snel de bijnaam NEWS en weer later maakte deze naam zich los van het object en kreeg de melding, het bericht zelf de naam " news".

Scherf

Soms is er nieuws in de wereld dat niet in het nieuws komt, doodeenvoudig omdat het niet wordt opgepikt. Zo trof mij het volgende bericht waarvan ik geen vermelding in het Nederlandse nieuws tegenkwam.
Ongeveer een jaar geleden is tijdens opgravingen onder leiding van de archeoloog Yosef Garfinkelin in Khirbet Qeiyafa in Israel een potscherf uit de tiende eeuw voor Christus gevonden met daarop inscripties. De scherf dateert van 3000 jaar gelden, zo ongeveer 1000 voor het begin van de jaartelling.
Professor Gershon Galil van de universiteit van Haifa was is staat deze inscripties te herkennen als Hebreeuws. Tot nu toe werd aangenomen dat het Hebreeuws in de zesde eeuw voor Chr. was ontstaan, maar deze vondst vervroegt dit tijdstip met meer dan vier eeuwen.
Niet alleen bestond er toen dus al Hebreeuws, maar ook zoiets als een Joodse staat.
Galil heeft de tekst ook kunnen vertalen.
Opmerkelijk is dat deze oudste Hebreeuwse tekst de essentie van de jodendom en christendom betreft:
U zult alleen uw God aanbidden
Pas op de slaaf, op de weduwe, op de wees
En op de vreemdeling. Wees goed voor het kind en de arme
En de weduwe
Steun de arme en de handen van de koning
Bescherm de arme en de slaaf. Help de vreemdeling

P.S.
Ik was nog even aan het googlen en ontdekte dat het Reformatorisch Dagblad dit nieuws heeft geplaatst.
Zo zie je maar, nieuws heeft vleugels!

13 januari 2010

Hang


Erg bekend is de hang-drum (nog) niet in Nederland.
Behalve een hippie met zo'n drum in Amsterdam ben ik er nog nooit een tegengekomen. Inmiddels zijn er zelf cd's te koop met muziek gemaakt met een hang of z'n Amerikaanse broertje de hapi.
Goedkoop is dit instrument niet. Af en toe zie je er een te koop op een veiling, maar een serieuze koper moet er voor naar de bakermat, Zwitserland en moet er dan meer dan €2000,00 voor betalen, maar ik heb ook al prijzen van €10.000,00 gezien. Je hebt dan wel behoorlijk wat meer dan zomaar een klankschaal.
Wie op een goedkope manier aan een hang wil komen: met een gasfles als basis kom je ook een eind!
Kopen is een, erop spelen is twee.
Hang-lessen kun je niet krijgen, dus autodidacteren maar....

11 januari 2010

Jammer

In de negentiende eeuw waren een aantal zaken prima geregeld. Dat gold zeker voor het openbaar vervoer. Ik verbaas mij er altijd weer over hoe snel de spoorlijnen in geheel Europa werden aangelegd. Tezamen met de stoomtram was er een praktisch en perfect openbaar vervoer.
Dankzij de dramatische uitvinding van de viertaktmotor in 1867 is echter de auto op aarde verschenen en opnieuw moest er een infrastructuur worden toegevoegd: wegen, wegen en nog eens wegen.
Hoe zou de wereld eruit hebben gezien als Nikolaus Otto nooit op het idee van een verbrandingmotor was gekomen?
De windmotor beleefde tegelijk met het spoor een ongekende bloeiperiode.
Nu zie ik de verlaten spoorlijnen en verruineerde windmotoren vooal als een teken dat vooruitgang vaak geen betere toekomst waarborgt.

Trots

Over de betekenis van het woord trots ben ik gaan nadenken sinds Rita Verdonk dit woord gebruikt in de naam van haar partij.
Ben ik trots op Nederland? Ik heb daar nooit eerder over nagedacht. Ik heb het nooit nodig gevonden hierover na te denken.
Geschaamd heb ik mij in elk geval nooit voor mijn geboorteland.
Nu ik geconfronteerd wordt met mensen die (weer?) trots op Nederland willen zijn komt er bij mij toch iets van schaamte. Ik geloof dat mensen die zich aanmeten trots op hun land te zijn, iets simplistisch fanatieks hebben.
Het heeft ook iets gevaarlijks, iets van ik ben beter dan jij. Wie niet trots is, hoort hier niet thuis.
Het lijkt op het overdreven Amerikaanse positivisme.
Ik wil niet nadenken in termen als trots op Nederland. Welke normen moet ik daarvoor hanteren? De normen die Rita mij hiervoor aanreikt geven mij eerder een gevoel van schaamte.
Nee, laat mij maar van Nederland houden op mijn manier, maar dan wil ik wel meer tolerantie herkennen dan op dit moment het geval is.

10 januari 2010

Il tombe encore

Ik loop door het bos terug naar huis en door mijn hoofd klinkt Adamo:Tombe la neige
Tu ne viendras pas ce soir
Tombe la neige
Et mon cœur s'habille de noir
Ce soyeux cortège
Tout en larmes blanches
L'oiseau sur la branche
Pleure le sortilège

Tu ne viendras pas ce soir
Me crie mon désespoir
Mais tombe la neige
Impassible manège

Tombe la neige
Tu ne viendras pas ce soir
Tombe la neige
Tout est blanc de désespoir
Triste certitude
Le froid et l'absence
Cet odieux silence
Blanche solitude

Tu ne viendras pas ce soir
Me crie mon désespoir
Mais tombe la neige
Impassible manège

9 januari 2010

Sneeuw

Het is winter.
Er valt sneeuw in Nederland.
De sneeuw blijft liggen.
Er valt nog wat sneeuw.
Het zout raakt op.
De sneeuw blijft liggen.
Amsterdam is onbereikbaar.
Er valt nog een vlokje.
In huis blijven want het vriest!
De sneeuw blijft liggen.
De radio praat over sneeuw.
Pauw & Witteman gaat over sneeuw.
De witte pagina's van de kranten vullen zich
Met sneeuw, sneeuw, sneeuw!
Nederland verstikt al onder 10 cm sneeuw......dat belooft wat!

1 januari 2010

Gelukkig Nieuwjaar

Wat kun je elkaar beter doen toekomen dan de beste wensen. Alles wat meer wordt gezegd riekt behoorlijk naar de versleten Succesagenda-wijsheden. Wat dacht je bijvoorbeeld van deze site?
Dus blijf ik bij het vertrouwde gelukkig nieuwjaar allemaal!
Toch is er meer te wensen.
Ik denk dat iedereen inziet dat we in een betere wereld zouden kunnen leven als we ons iets meer verantwoordelijk maken voor het levensgeluk van de andere; daarmee beginnen is nooit te laat.